Negatief denken

Negatief denken over jezelf, vormt een onderdeel van veel mentale problemen. Mensen kiezen niet bewust voor negatief denken. Gedachten die zich opdringen tijdens negatief denken, lijken soms wel een eigen leven te leiden. Dit artikel gaat over een manier waarop cliënten grenzen kunnen stellen aan negatief denken. En hoe ze meer voor zichzelf kunnen opkomen.

Negatief denken: Een voorbeeld

negatief-denken-stopJoost heeft last van faalangst en de neiging om zichzelf weg te cijferen. Tijdens een behandeling met cognitieve animatietherapie helpt de therapeut hem om beter onderscheid te maken tussen zichzelf en het probleem dat hem lastig valt (zie animisme). Als Joost het probleem eenmaal ziet als een op zichzelf staande entiteit, kan hij er gemakkelijker een begrenzende relatie mee aangaan.

Therapeut: “Hoe gaat het nu?”
Joost: “Ach, let maar niet op mij hoor.”
Therapeut: “Dat was ik ook zeker niet van plan.”
Joost: (schrikt) “Nou zeg.”
Therapeut: “Je kijkt boos.”
Joost: “Ja, hoezo zeg je dat je dat niet van plan was?”
Therapeut: “Vind je dat niet leuk?”
Joost: “Nee, natuurlijk niet. Zo ga je toch niet met anderen om.”
Therapeut: “Hoorde ik zojuist niet de woorden uit jou mond komen ‘let maar niet op mij’? En dan ben ik het met je eens en dan word je boos. Bij wie hoort de gedachte – let maar niet op mij – bij jou of bij het probleem?”
Joost: “Bij het probleem.”
Therapeut: “Dus als het probleem tegen je zegt, dat mensen geen rekening met je hoeven te houden, accepteer je dat. Maar als ik het zeg, kun je duidelijk aangeven dat ik niet zo met je om mag gaan.”

In dit voorbeeld maakt de therapeut duidelijk dat Joost negatieve gedachten over zichzelf vanzelfsprekend accepteert, terwijl hij diezelfde gedachten van een ander niet zou accepteren. Cliënten zijn vaak weinig bewust en erg tolerant ten aanzien van negatieve gedachten die zich aan hen opdringen. Als de therapeut er naar vraagt, herkent Joost dat het negatieve denken bij het probleem hoort. De gedachten dragen immers niet bij aan Joost zijn welzijn.

Negatief denken: De agent

Joost maakt een lijst met gedachten die bij het probleem horen. De lijst bevat uitspraken als ‘Let maar niet op mij, ik ben niet slim genoeg’ en ‘het zal me toch wel niet lukken’. Tijdens een oefening neemt de therapeut de rol van het probleem in, zodat Joost kan oefenen om beter voor zichzelf op te komen.

Therapeut: “Ik vind het een goed teken dat je voor jezelf opkomt als ik je niet netjes behandel. Maar misschien wordt het tijd dat je het probleem ook leert waar grenzen liggen.”
Joost: “Dat vind ik moeilijk.”
Therapeut: “Soms helpt het om een houding aan te nemen die past bij ‘voor jezelf opkomen’. Stel je voor dat je een agent bent. En het is jouw taak om ervoor te zorgen dat er op een waardige, respectvolle wijze met je wordt omgegaan. Jij bent de baas. Jij stelt de grenzen en leert het probleem hoe het met jou mag omgaan.”
Joost: “Oké.”
Therapeut: “Goed, dan beginnen we. Ik speel de rol van het probleem en lees negatieve gedachten van de lijst voor. ‘Joost, je bent niet slim genoeg. Mensen hoeven niet op jou te letten’.”
Joost: “Ho eens even. Dat kan niet zomaar. Zo ga je niet met mij om.”
Therapeut: “Ja hoor. Mensen hoeven toch geen rekening met je te houden. Ik doe lekker wat ik zelf wil.”
Joost: “Ik ben de baas in deze situatie en jij hebt naar mij te luisteren. Ik eis dat er op een respectvolle wijze met mij omgegaan wordt. En laat me niet horen dat je nog een keer zo over me spreekt. Ik bepaal hoe jij met me omgaat. Is dat duidelijk!?”
Therapeut: “Ja meneer.”

Negatief denken: Verantwoordelijkheid nemen

Negatief denken kan zich vaak sterker opdringen als de cliënt onvoldoende grenzen stelt. Door in gesprek te gaan met het probleem, kan Joost sterker voor zichzelf opkomen. In een rollenspel waarbij hij de houding van autoritaire agent aanneemt, ontwikkelt hij een perspectief waarbij negatief denken over zichzelf niet meer zo vanzelfsprekend geaccepteerd wordt.

De houding van de agent vormt vaak het begin van een begrenzende relatie met het probleem. Het is niet de bedoeling om het probleem als volledig negatief af te schilderen. De relatie kan zich verder ontwikkelen door onder andere te oefenen met de houding van de twijfelaar, professor of toeschouwer.

negatief-denken-werkblad
Klik op de afbeelding voor een A4 formaat. (Copyright, PIVOO Instituut, Paul Camp, geen toestemming commercieel gebruik)

Wil je wekelijks werkbladen ontvangen? Wordt nu lid van onze groep Cognitieve Animatietherapie in Linkedin!

Of volg ons op facebook en pinterest.

email

Plaats een reactie